vrijdag 17 september 2010

Merknamen - etymologie

http://www.weideblik.com/site/index.php?option=com_content&view=section&layout=blog&id=6&Itemid=28

Viagra, in de jaren negentig van de 20e eeuw ontwikkeld als hartmedicijn, bleek al snel ook goed te werken bij erectieproblemen. Het potentieverhogende middel sildenafilcitraat van farmaceut Pfizer werd in 1996 gepatenteerd en kwam eind 1998 op de markt. De marktintroductie werd een eclatant succes. Ook de naam bleek een gouden greep, want Viagra maakte zich al snel los van zijn farmaceutische herkomst en raakte vervolgens in gebruik ter aanduiding van potentieverhogend middel in het algemeen. Dit blijkt wel uit uitdrukkingen als ‘natuurlijke viagra’ en ‘plantaardige viagra’, die op het world wide web veelvuldig kunnen worden aangetroffen. De herkomst van de naam viagra is onzeker. Mogelijk staat vi voor virility en is agra het Griekse woord voor ‘jacht’: de jacht op viriliteit. Viagra wordt inmiddels ook figuurlijk gebruikt in de betekenis ‘stimulerend middel’. Zoals door literatuurcriticus Bas Heijne, die de liefde “viagra voor de verbeelding” noemde (NRC, 25-2-2000).

De marktintroductie van Chiquita in 1944, het in 1947 door de United Fruit Company geregistreerde bananenmerk, betekende tevens de geboorte van het Chiquitameisje.
Miss Chiquita zou al snel uitgroeien tot een van de sterkste beeldmerken van de tweede helft van de 20e eeuw. Aanvankelijk was ze een tot een dametje vertekende banaan van de hand van Dik Browne, de geestelijk vader van de bekende strip Hagar de Verschrikkelijke.

Later werd het Chiquitameisje wat antropomorfer afgebeeld als vrouw met een missie: volgens de marketeers van de United Fruit Company had zij namelijk tot taak de Amerikanen op te voeden tot echte bananeneters. Om dat te bereiken werd een intensieve campagne gevoerd. Niet alleen met tekeningen en animaties van het Chiquitameisje, maar ook met actrices die Miss Chiquita belichaamden tijdens evenementen en in shows. Patti Clayton was het eerste Chiquitameisje, Elsa Miranda het bekendste. Dankzij de bekendheid van het Chiquitameisje groeide het bijbehorende woord in diverse talen uit tot ‘het stereotiepe exotisch meisje in een bananenrokje met de bijbehorende erotische uitstraling’. Ook in het Nederlands wordt Chiquitameisje nog steeds op die manier gebruikt, blijkens contexten als “het Chiquita-meisje: een negerinnetje dat slechts gehuld in een bananenbikini rondhuppelt” (Trouw, 5-11-99).

Tefal wordt incidenteel figuurlijk gebruikt in de betekenis ‘natuurlijke bescherming van een persoon tegen kritiek’. Bijvoorbeeld in een context waarin sprake is van de “politieke tefallaag” van een Amerikaanse presidentskanditaat (NRC, 7-11-2000). Van oorsprong is Tefal de naam van de in 1954 door François Marc Grégoire ontdekte methode om de thermoplastische kunststof polytetrafluorethyleen, beter bekend als Tefal of Teflon, op metaal te hechten. Vooral op het metalen oppervlak van pannen en koekenpannen, waar deze kunststof op wordt aangebracht om aanbakken of aankoeken te voorkomen. Zowel Tefal (een merknaam van SEB) als Teflon (een merknaam van DuPont) komen ook voor in samenstellingen met een figuurlijke betekenis, zoals tefalpresident en teflonman . Beide woorden verwijzen naar een persoon die er in netelige situaties steeds zonder kleerscheuren afkomt. Volgens de media was Ronald Reagan een typische tefalpresident. Maar ook president George W. Bush heeft zich gedurende zijn ambtsperiode ontpopt tot een ware teflonman: “de media en, ergo, de publieke opinie nemen hem de leugens of overdrijvingen of foute inschattingen niet echt kwalijk” (Belga, 24-1-2004).

De allereerste claxon moet hebben weerklonken in amerika, waar vanaf 1908 elektrische hoorns in auto’s werden bevestigd om andere verkeersdeelnemers te kunnen waarschuwen. Ze heetten destijds (en heten in het Engels trouwens nog steeds) klaxon, een door de Lowell-McConnell Manufacturing Co. geregistreerde merknaam. Het Woordenboek der Nederlandse taal, dat het woord nog in de spelling klaxon opnam, duidde het als een mogelijk Franse samenstelling van het klanknabootsende clac en het woord son (geluid). Deze interpretatie motiveert de latere, van het Engels afwijkende spelling van het woord. In feite gaat klaxon echter terug op het Griekse werkwoord klazein (schreeuwen). Het woord raakte vanaf 1910 in zwang in Amerika en even later ook in Europa. Het werd in 1924 in Van Dale opgenomen, echter niet in de spelling klaxon, maar als claxon.

Aspirine – de oorspronkelijke Duitse handelsnaam luidt Aspirin – werd op 6 maart 1899 geregistreerd als handelsmerk van de Duitse firma Bayer. Niet lang nadat het product in onze contreien was geïntroduceerd, deed de merknaam ook zijn intrede in de omgangstaal. Dat blijkt wel uit het feit dat aspirine al in 1914 in Van Dale werd opgenomen met de omschrijving acetylsalicylzuur (...), wordt als geneesmiddel aangewend tegen rheumatiek, jicht, koorts enz.’ Drie decennia later nam het woordenboek bovendien de verkleinvorm aspirientje en allerlei samenstellingen met aspirine op, zoals aspirinebuisje. De uitvinding van de pijnstiller was het resultaat van noeste arbeid van de Duitse chemicus Felix Hoffmann (1868-1946). Hoffmann leefde in een tijd waarin de pijnstiller salicylzuur regelmatig werd voorgeschreven. Deze had echter zoveel bijwerkingen, dat het middel soms erger was dan de kwaal. Volgens de door Bayer in stand gehouden mythe was het feit dat Hoffmanns vader aan ondraaglijke reumatische pijnen leed voor de jonge Felix het ultieme motief om een pijnstiller zonder of met weinig bijwerkingen te maken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten